@Practice
Link-klassen - De Ambelt
September 2018 - Februari 2019
In het eerste halfjaar van TC3 heb ik stage gelopen bij de Link-klassen op de Ambelt. De Ambelt is een school voor speciaal onderwijs. Hier zitten leerlingen op school die behoefte hebben aan extra onderwijsondersteuning. Ik liep stage in de examenklassen. De leeftijd in deze klassen is 16 tot 21 jaar. Een Link-klas is een klas binnen het voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Er wordt onderwijs aangeboden aan leerlingen tussen 12 en 20 jaar in een periode dat ze behandeling ontvangen of nadat er problemen met de schoolgang zijn ontstaan. Binnen één kalenderjaar stromen de leerlingen door naar een passende plek.
In de Link-klas wordt veel gepraat over wat jij nodig hebt en wel of niet prettig vindt. Zo proberen we toe te werken naar een beter zelfinzicht, het formuleren van een hulpvraag en het besef dat je mag zijn wie je bent! (Ambelt, 2018) De leerlingen die onderwijs volgen via een Link-klas, kampen vaak met een (angst)depressie of autisme. Zij zijn zodanig beschadigd, dat zij geen onderwijs meer kunnen volgen in het regulier onderwijs. Tijdens deze stage heb ik veel geleerd over vertrouwen. Vaak zijn de leerlingen gepest en hebben zij geen vertrouwen meer in hun docenten. Doel 1 van mijn stage was dan ook een band opbouwen met de leerlingen. Dit heb ik vooral gedaan door middel van het spelen van spelletjes, een wandeling met de leerlingen maken en hen coachen in hun vakken. Daarnaast heb ik een zelfstandigheidstraining opgezet binnen deze school. De planning hiervan kunnen jullie vinden via de volgende link:
https://docs.google.com/document/d/1NtvnYG72mYS7UhYOh6v-9jiphSv6tvKeN7y2DZ_eWjs/edit?usp=sharing
Daarnaast heb ik een bewijs van deelname gemaakt, zodat ik dit iedere dag met de leerlingen kon evalueren:
https://drive.google.com/file/d/1wJLmi1eE4V32Q2Vx59Ye45Sue7PSpygW/view?usp=sharing
Deze training heb ik opgezet omdat dit een behoefte was vanuit de school. Zij merkten dat de leerlingen hier op school een grote behoefte hebben aan zelfstandigheid. Deze krijgen zij vaak niet mee vanuit huis, of ze wonen op een groep.
Het was een groot succes! Ik citeer een leerling S. : 'Wauw, nu leer ik eindelijk iets wat ik gelijk kan gebruiken!'
Waar ik nog het meest trots op ben, is de begeleiding rondom de staatsexamens Nederlands. Dit heb ik volledig op mij genomen. Ik ben gaan onderzoeken hoe deze examens in elkaar zitten en hoe ik hier een programma op kan maken voor de leerlingen. Als eindopdracht voor het eerste halfjaar heb ik een debat georganiseerd voor de hele school. De leerlingen die binnenkwamen in de Link met een grote angst depressie en faalangst, stonden daar gewoon even op het podium een debat te voeren voor de hele school. Ik ben ontzettend trots op deze leerlingen, maar ook op mijzelf. Dat ik in een half jaar de leerlingen vertrouwen en een podium heb kunnen geven.
Aan het einde heb ik helaas onverwacht de keuze moeten maken om te stoppen met deze stage, omdat ik de overstap maakte naar de pabo. Dit was erg jammer, hier had de school niet op gerekend. Ik heb de volledige begeleiding van de Nederlands staatsexamens moeten overdragen aan een nieuwe stagiaire. Buiten dat ben ik ontzettend blij en dankbaar. Alle leerlingen die hebben deelgenomen aan de Nederlands staatsexamens, hebben deze gehaald!
Hieronder volgt mijn beoordelingsformulier:
https://drive.google.com/file/d/1BEdKCX9n7TgBawEhpkWk8pWB_onOBsiN/view?usp=sharing
Deze is opgebouwd uit een beoordeling van mijzelf met daaropvolgend die van mijn stagebegeleiders.
SO groep 7 - De Ambelt
Februari 2019 - Juli 2019
Het tweede half jaar van mijn derde jaar Teachers College ben ik geswitcht naar de pabo. Omdat ik de overstap naar de pabo maakte, moest ik ook veranderen van stage. Ik kon toen wel bij de Ambelt blijven, alleen liep ik stage bij het speciaal basisonderwijs. Ik liep stage bij Marion Hollander, in groep 7.
Wij zaten in het gebouw samen met drie groepen 8. We deden veel aan differentiatie, vooral rondom rekenen en taal. Vanaf maart ben ik vijf leerlingen gaan begeleiden bij het rekenen. Dit heb ik zelf opgepakt. Taal-/spellinglessen gaf ik sporadisch, dit lag vooral aan de dag en het thema wat behandeld werd. Binnen het rekenen kreeg ik vrijheid. Ik mocht de lessen zelf organiseren. Ik heb geprobeerd de methode te gebruiken als ondersteuning, maar het was niet de leidraad binnen mijn lesontwerpen. Af en toe vond ik het nog wel lastig, vooral bij rekenen. Ik merkte dat de docenten die rekenen gaven zich heel erg vast hielden aan de methode, dat wilde ik doorbreken. Voor de leerlingen was dit vaak lastig, omdat ik iets anders deed dan wat zij gewend waren. In de middag gaf ik altijd 'eigen' lessen. Ik was hierin redelijk vrij in wat ik ging doen en wat voor les ik gaf. Vaak was het een les rondom kunst, natuur of drama.
Als we het hebben over een leerklimaat binnen de school en binnen je klas, was deze voor mij niet positief. Deze stage ben ik niet mijzelf geweest voor de klas. Om tot leren te komen, beschrijft Luc Stevens (2014) drie basisbehoeften: autonomie, relatie en competentie. Bij autonomie houdt dit in dat de student ervaart dat hij iemand is en eigen keuzes mag maken. Keuzes geven ruimte aan autonomie. Studenten of leerlingen moeten ruimte krijgen om te ontdekken en te laten zien wie zij echt zijn. 'Autonomie geeft je het gevoel dat je je handelingen zelf kiest en dat de dingen die je doet voor jou van waarde zijn' (Ros, Castelijns, van Loon, & Verbeeck, 2017). Als ik terugkijk naar mijn stage, had ik naar mijn idee geen autonomie in de klas, in mijn eigen klas.. Dit had ermee te maken dat ik het gevoel had dat ik niet mijn eigen keuzes kon maken in de klas. Ik voelde geen vertrouwen vanuit mijn stagebegeleider. Doordat ik dit vertrouwen niet kreeg, kon ik niet mijzelf zijn voor de klas. Pas wanneer ik een activiteit met de leerlingen apart deed, merkte ik dat ik echt mijzelf was, mijzelf als individu en als professional. Zoals ik in mijn Personal Practice Theory beschrijf: 'Voorwaarden voor leerlingen om te leren zijn zich veilig voelen in de klas, zich geaccepteerd voelen door medeleerlingen/docent en het vertrouwen hebben in eigen kunnen.' Ik reflecteer dit als docent in mijn eigen klas, met mijn collega. Dit was dus voor mij niet het geval.
Verder beschrijft Stevens dat een goede relatie van belang is. De student moet voelen dat hij erbij hoort, welkom is. Als ik alleen al kijk naar de kennismaking, waarin mijn stagedocent aangaf en geen zestiende leerling bij te willen.., voelde ik mij eigenlijk vanaf dat moment al niet welkom. Filosoof Savater (2015) beschrijft in zijn boek dat met name de omgang met anderen de gelegenheid geeft onze menselijkheid te ontwikkelen. Hiervoor moet je dan wel het gevoel hebben erbij te horen. Wanneer de relatie niet optimaal is, ben je in je hoofd meer bezig met je eigen veiligheid (binnen de klas), dan je eigen leren (Stevens, 2018). Voor mij is de relatie en het vertrouwen met en in de leerling ontzettend belangrijk. Een goede relatie is de basis een optimaal leerklimaat, zo beaamt ook Herpen (2016). Hij geef aan dat vertrouwen in de ontwikkeling van je leerlingen en in hun motivatie om te doen en te laten zien wat ze kunnen een startpunt is voor jou als leerkracht. Hij beschrijft heel mooi hoe ik het onderwijs ook zie. 'Onderwijs is meer dan een curriculum, management, huisvesting... Onderwijs gaat om de vitale interactie tussen leraar en leerling. Jij bent geen leraar zonder je leerlingen en omgekeerd.' Ik ben van mening dat sommige docenten nog te veel vasthouden aan het curriculum en het papierwerk. Savater (2015) beschrijft in zijn boek dat je vooral moet doen wat je wilt. Je moet niet de gewoontes gebruiken als middel om te bereiken wat je wilt. We hebben zoveel vrijheid om zelf te beslissen wat goed voor ons is, wat wij willen doen. 'We kunnen niet zelf bepalen wat ons overkomt, maar we kunnen wel zelf beslissen hoe we reageren op wat ons overkomt'.
Als derde basisbehoefte beschrijft Stevens (2014) competentie. Hij benoemt hierbij dat een leerling het gevoel moet hebben dat de omgeving weet wat hij kan, de prestaties die hij levert doen ertoe. 'Student Voice' komt hiermee overeen. De aspiraties zien van een leerling, zien en benoemen wat een leerling al wel kan, wat al lukt, om vervolgens de leerling te begeleiden bij de verdere ontwikkeling. (Quaglia, 2017) Van Manen (2016) definieert in zijn boek: 'Zien dat een situatie vraagt om sensitiviteit, de betekenis begrijpen van wat je ziet, het aanvoelen van de betekenis van de situatie, weten hoe en wat je moet doen, en dat op een goede manier daadwerkelijk ook doen'. Handelen naar de 'competentie' van een leerling kan ook betekenen dat je even niets doet. 'Door wat je leert wat goed gaat en wat misgaat, door je aandacht, door er met huid en haar te zijn', dan doe je op het goede moment het juiste als docent. (Stevens & Bors, 2013) Van Manen (2016) heeft hier een mooie definitie voor: 'Knowing by being'.
Als ik de piramide van Marslow erbij pak, komt dit mooi overeen met deze reflectie. Dit is een behoeftepiramide, de behoeften van de mens worden hier in volgorde geplaatst:
(Maslow, 2019)

Deze piramide kun je goed betrekken op het onderwijs en het lesgeven. Wanneer een leerling honger heeft, is hij/zij vooral gemotiveerd om iets te eten, in plaats van om te leren. Ook het veilig voelen in de klas staat hier centraal. Voordat je tot leren komt, moet je eerst voldoen aan een aantal primaire basisbehoeften. Wanneer je aan deze behoeften 'voldoet', kun je weer een stap hoger in de behoeften die je nodig hebt. Om uiteindelijk erkenning en waardering te ontvangen, heb je dus eerst belang bij de basisbehoeften zoals eten, drinken en een dak boven je hoofd. Vervolgens is veiligheid en zekerheid van belang. Tot slot is de behoefte aan sociaal contact belangrijk voor je de stap naar erkenning en waardering kan maken.
Als ik dan kijk naar mijn stageperiode, mistte ik stap twee al volgens de piramide. Ik voelde mij niet veilig in de klas, ik had het gevoel dat ik hier niet kon presteren en daardoor ontbrak ook de zekerheid. Mijn zelfrealisatie is eigenlijk pas ontstaan een half jaar na het afronden van deze stage. Toen pas ontving ik erkenning en waardering van medestudenten en docenten van de opleiding. Ik begon mij nu pas in te zien wat ik wel uit deze stage mee kan nemen, waarin ik mij kan ontwikkelen.
Een tegenhanger van dit alles is dat ik moeite heb met hulp vragen. Ik wil het eerst zelf oplossen voordat ik anderen vraag mij hierin te helpen. Doordat ik er dan zelf niet uitkom, loop ik continue vast. Dit is een heel groot leerpunt wat ik meeneem vanuit dit jaar. Ik merkte dat ik op een gegeven moment niet meer bezig was met mijn eigen leerdoelen of mijn eigen ontwikkeling. Ik kwam weer terecht in het vaste patroon, de leraar zoals een ander wilt dat jij wordt. Achteraf baal ik er heel erg van dat ik dit nooit heb besproken met mijn stagebegeleider, zelfs niet tijdens het eindgesprek. Ik wilde zo snel mogelijk weg van deze stage, dus zodra de beoordeling in de pocket was, was ik blij. Ik heb geleerd om voortaan eerder mijn eigen grens te bewaken, aan te geven wat IK wil leren. Ik was niet meer bewust van mijn eigen 'leiderschap'.
Afgelopen jaar had ik moeite met het orde houden in de klas en de motivatie van de leerlingen behouden tijdens mijn groepslessen. Individueel of in groepjes ging dit prima, maar klassikaal lesgeven vond ik erg moeilijk. Dit komt mede omdat mijn stagebegeleider dan op mij neerkeek, maar ook omdat ik mij hierin zeker nog kan ontwikkelen. Ik had veel leerlingen met autisme in de klas. Zij hebben ontzettend veel structuur nodig. Voor mij was dit een groot struikelblok. Ik weet van mijzelf dat ik niet tot in detail gestructureerd ben / kan zijn, hier heb ik nog wel eens moeite mee. Ik heb gemerkt dat je, al tijdens het ontwerpen van je les, tien stappen voor de leerling moet zijn. Je moet zelf al gaan bedenken wat er allemaal fout zou kunnen gaan tijdens je les. Nu ben ik niet iemand die snel beren op de weg ziet en deze uitspraak liever vermijdt. Hierdoor ben ik wel een aantal keer 'tegen de muur' aangelopen.
Voor mijn volgende stage heb ik dan ook een aantal doelen ontworpen. Ik wil gaan afstuderen op het praktijkonderwijs, omdat ik heb gemerkt dat het basisonderwijs toch niet is waar mijn passie ligt. Deze stage is inmiddels goedgekeurd.
- Tijdens mijn volgende stage ga ik mij richten op het gedrag van de leerling. Ik wil meer vastberadenheid bij mijzelf creëren, zodat ik zonder heel veel twijfelen gelijk naar de situatie kan handelen.
- Tijdens mijn volgende stage ben ik mij bewust van de aspiraties van de leerlingen, om zo de leerling het vertrouwen te geven dat ik hen ga helpen om te kijken naar hun doelen. Samen met de leerling wil ik gaan kijken wat hij/zij nodig heeft om tot leren te komen, om uiteindelijk een stap verder te zetten richting hun doel.
- Tijdens mijn volgende stage ben ik mij bewust van mijn eigen grenzen. Ik geef aan wanneer ik hulp nodig heb, of wanneer ik ergens mee zit. Ik blijf zelf verantwoordelijk over mijn eigen leren.
Als ik terugkijk naar mijn stagebeoordeling, vind ik dat ik onterecht beoordeeld ben. Mijn stagebegeleider heeft mij beoordeeld op beginnend-ontluikend, wat het propedeuse niveau inhoudt. Aan het begin van het jaar heb ik mij vooral bezig gehouden met het vertrouwen van en een band krijgen met de leerling. Ik heb mij ontwikkeld in het maken van lesplanformulieren, het opzetten van lesdoelen en het gedrag reflecteren na een conflict. Tijdens pauzemomenten verzon ik spellen om te doen met de leerlingen. Echt pauze hield ik dus niet op een dag. Buiten dat vond ik het leuk om lekker actief met de leerlingen bezig te zijn. Ik ben het niet eens met de beoordeling dat ik de methode niet loslaat bij mijn lessen. De lessen die ik 's middags gaf, heb ik allemaal zelf gecreëerd, met behulp van oefeningen op internet of methodes. Maar de methode is nooit de leidraad geweest van mijn onderwijs. Bij rekenen maakte ik gebruik van de methode, maar ontwierp ik daar vervolgens mijn eigen uitleg op. Ook heb ik verschillende activiteiten gedaan binnen het rekenonderwijs. Dit is bijvoorbeeld te zien in het volgende lesplanformulier:
https://drive.google.com/file/d/1uNkOt02NMeK_Wc-BVOHmPL4myJYWnQX9/view?usp=sharing
Verder heb ik iedere dag een evaluatie bijgehouden aan de hand van drie vragen:
- Wat ging er vandaag goed en hoe kwam dat?
- Wat heb ik vandaag geleerd?
- Wat wordt mijn uitdaging/doel voor de volgende keer?
Aan de hand van deze evaluatie maakte ik mijn doelen voor de volgende les op.
Hieronder volgen mijn bewijsstukken:
Link naar beoordelingsformulieren:
https://drive.google.com/drive/folders/1IZUBnD43HQLRcqRG_U8uLcWgJE-UyODj?usp=sharing
Link naar lesplanformulieren:
https://drive.google.com/drive/folders/1gG8nujC-zDOWSavYS9D9NEX_WR10ft4a?usp=sharing
Link naar dagelijkse evaluatie:
https://docs.google.com/document/d/1Bd3MZJ426u5Gcpu6JzmtlyTkO5zX5k77aeeaQvYAXP4/edit?usp=sharing